28-06-2016
Evelien van Dijk is de nieuwe directeur van de Waag. Ze heeft 25 jaar ervaring in de zorg, waarbij ze veel transities heeft geleid, vooral in ziekenhuizen. Nu maakt ze de overstap naar de forensische zorg. ‘Ik voel me heel welkom bij de Waag,’ vertelt van Dijk die sinds 17 mei aan het werk is. ‘Ik heb echt zin in deze baan. Er werken hier veel deskundige en gedreven mensen, dat spreekt me erg aan. Het werk richt zich op een heel specifieke doelgroep. Ik ga me eerst verdiepen in de organisatie en de sector en kennismaken met medewerkers. Niet alleen inUtrecht, maar ook op de verschillende vestigingen van de Waag.'
Kun je iets meer over jouw achtergrond vertellen?
‘Ik ben ooit begonnen als fysiotherapeut en ben direct daarna Beleid en Management Gezondheidszorg gaan studeren in Rotterdam. Ik ben me gaan toeleggen op leidinggevende functies, waarbij ik me graag begeef op het snijvlak van inhoud en bedrijfsvoering. In het Radboudumc heb ik leiding gegeven aan verschillende afdelingen. Dat waren duale functies, waarbij ik de bedrijfsvoering voor mijn rekening nam. Ik heb ook gewerkt als interim- en projectmanager en ben onder andere zorgmanager geweest bij het Sophia Kinderziekenhuis.’
Heb je ervaring met werken in de GGZ?
‘Nee, ik ben niet bekend met de GGZ of de forensische GGZ. Ik heb wel een bestuursstage vervuld bij een Justitiële Jeugdinrichting en een Kinder- en Jeugdpsychiatrie kliniek, terwijl ik het postdoctoraal programma volgde bij de Erasmus Universiteit. Dat vond ik heel boeiend. Er zijn ook zeker overeenkomsten tussen de uitdagingen waar een ziekenhuis en de Waag voor staan. Het zijn professionele organisaties waarvan de tarieven de afgelopen jaren onder druk zijn gekomen. Het belangrijkste is – zowel voor ziekenhuizen als een instelling voor forensische GGZ als de Waag – dat ze zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden.’
Wat is jouw opdracht bij de Waag?
‘Mijn opdracht is om de goede zorg en expertise die we bieden te koesteren en gezamenlijk nieuwe wegen te zoeken om onze expertise uit te bouwen en te versterken.’