04-10-2019
Recent is Lisette van Zonneveld, werkzaam als behandelaar bij de Waag Rijnmond, gepromoveerd aan de Universiteit Leiden op het onderwerp 'Geef zorg op maat om het risico op toekomstig crimineel gedrag te verminderen'. Daar zijn we als organisatie natuurlijk trots op.
Meer over haar promotie
Jonge kinderen die moeilijk corrigeerbaar grensoverschrijdend of agressief gedrag vertonen, kunnen zich veelal lastig inleven in een ander. Vaak hebben zij moeite met het herkennen van emoties bij anderen en deze kinderen zijn minder goed in staat om hun gedrag te reguleren. Het promotieonderzoek van Lisette van Zonneveld laat bovendien zien dat een op maat gemaakte aanpak gericht op het verminderen van zulke gedragsproblemen bijzonder effectief is. Het risico dat deze groep op latere leeftijd in aanraking komt met justitie, wordt hiermee mogelijk verkleind.
“Het is belangrijk hardnekkig grensoverschrijdend en agressief gedrag bij kinderen tijdig te signaleren om preventief succesvolle ondersteuning van de ontwikkeling in te kunnen zetten. Dit is niet alleen in het belang van het welzijn van het kind en zijn of haar omgeving, maar ook in het belang van de samenleving”, aldus Lisette van Zonneveld: “Als dit niet gebeurt, lopen deze kinderen een verhoogd risico om later door hun gedrag in aanraking te komen met justitie.”
Onderdeel van het Preventief Interventie Team
Dit onderzoek maakt deel uit van een groot innovatief project gericht op vroegtijdige signalering van ernstig probleemgedrag bij kinderen en preventie van het risico op ontwikkeling van crimineel gedrag, uitgevoerd door het Preventief Interventie Team (PIT) in de gemeente Amsterdam en inmiddels ook in Leiden.
De deelnemende kinderen zijn tussen de acht en dertien jaar. Zij groeien op in een risicovolle omgeving, hebben bijvoorbeeld een broer, zus of ouder met delinquent gedrag of vallen op door extreem verzuim, ernstige agressie of moeilijk corrigeerbaar gedrag op school. De motivatie achter het PIT-project is om deze kinderen tijdig positief te ondersteunen in de ontwikkeling en om inzicht te krijgen in de sociaal-cognitieve en emotionele factoren om hulp op maat te bieden, zodat een antisociale ontwikkeling kan worden voorkomen en daarmee het risico op criminaliteit. Met toestemming van de ouders wordt het kind op school uitgebreid geobserveerd en getest om te zien op welke onderdelen het kind moeite heeft met de positieve sociale ontwikkeling.
Minder goed inleven
“Onze bevindingen lijken gedeeltelijk verklaard te kunnen worden doordat deze kinderen een andere leergeschiedenis doormaken dan kinderen die geen probleemgedrag ontwikkelen. Waar de meeste kinderen leren om gedrag dat voor anderen vervelend is, te vermijden, zijn de kinderen in ons onderzoek minder goed in het inleven in een ander en in emoties lezen. Hierdoor missen zij een trigger om hun vervelende gedrag te stoppen.”
Het blijkt dat de kinderen uit het onderzoek vaak aanzienlijke tekorten in de executieve functies hebben, die nodig zijn voor het aansturen van gedrag. Voor ieder kind afzonderlijk is, op basis van hun individuele neurocognitieve sterkte-zwakte profiel een maatwerkaanpak vastgesteld en uitgevoerd en deze is zeer effectief. Tussen de 70-80% van de kinderen liet aanzienlijk minder probleemgedrag zien na een jaar. “Dit is een enorme winst! Het is belangrijk dat deze kinderen tijdig worden ondersteund in de sociale ontwikkeling. Hopelijk is het risico dat deze kinderen afglijden naar criminaliteit hiermee aanzienlijk minder.”