Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
Terug naar overzicht

Onderzoek naar stalking bij de Waag

30-10-2017

In Nederland is er nog nauwelijks iets bekend over de achtergrond en kenmerken van mensen die stalkgedrag laten zien. Daarom wordt op dit moment bij de Waag samen met een gerenommeerde Australische onderzoekster en de Nederlandse politie een eerste verkennend onderzoek gedaan naar stalking. De resultaten zullen meer inzicht geven in stalkers en mogelijk leiden tot een nieuw ambulant behandelaanbod voor hen.

Vorig jaar kwam er van Dr. Troy McEwan van het Centre for Behavioural Science van de Swinburne University of Technology & Forensicare in Melbourne Australië, de vraag of de Waag zou willen meewerken aan een onderzoek naar stalking/belaging. Hetzelfde verzoek stuurde zij naar de Nederlandse politie. Dr. McEwan noemde dat de laatste 20 jaar vooral in Engelstalige landen onderzoek is gedaan naar stalking en dat in deze landen ook vanuit de makers van de wet en de politiek gefocust wordt op personen die stalkgedrag laten zien. In Europese landen is hier de laatste 5 jaar ook steeds meer aandacht voor, maar er is nog steeds relatief weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de demografische, criminologische en psychologische kenmerken van Europese stalkers en hun recidivefrequentie. Dr. McEwan wilde graag zowel bij de politie als bij DFZS onderzoek naar stalking doen, zodat informatie uit beide forensische lijnen in kaart kan worden gebracht. Zowel politie als DFZS hebben hun medewerking toegezegd om een dossieronderzoek uit te voeren.
De definitie van stalking die bij het onderzoek gehanteerd wordt is: ‘Een patroon van herhaaldelijk en ongewenst opdringerig gedrag van een persoon naar een ander persoon waardoor deze laatste angst en stress ervaart. Het moet hierbij gaan om het opleggen van een relatie tussen beide personen die zonder het stalkgedrag niet zou bestaan, zoals herhaaldelijk ongewenst contact na het verbreken van een intieme relatie of herhaaldelijk ongewenst contact tussen vreemdelingen of kennissen’.

Tot nu toe was onbekend hoe groot de groep stalkers zou zijn die in behandeling komt bij de Waag. Er bleken in een periode van ongeveer drie jaar ruim 200 stalkers, al dan niet in een gedwongen kader, in behandeling te zijn gekomen. Van deze groep hadden 89 personen toestemming gegeven om hun gegevens te gebruiken voor onderzoek. Na bestudering van de dossiers bleken er 70 bruikbaar voor het dossieronderzoek.

De informatie die verzameld werd, heeft betrekking op demografische kenmerken zoals geslacht, leeftijd, schoolniveau en dagbesteding. Ook werden criminologische kenmerken in kaart gebracht. Onderzocht werd bijvoorbeeld of en welk delictgedrag stalkers in het verleden lieten zien, wat hun relatie tot mogelijke slachtoffers was, of zij weleens in detentie hebben gezeten en of zij eerder veroordeeld zijn voor stalking. Als er een eerdere veroordeling voor stalking was werd ook gekeken of het slachtoffer hetzelfde slachtoffer was als bij de huidige aanmelding. De psychologische kenmerken die bekeken zijn hebben betrekking op klinische informatie zoals diagnose, intelligentie, suïcidaliteit, middelengebruik en eerdere contacten met hulpverlenende organisaties. Het stalkgedrag waarvoor de stalker is aangemeld, werd in kaart gebracht door onder andere informatie te verzamelen over de relatie met het slachtoffer, slachtofferkenmerken zoals leeftijd en geslacht, de duur van de stalkingperiode, of er meerdere personen slachtoffer waren van de stalking zoals kinderen, of er een straat- of contactverbod was opgelegd, wat de inhoud van de officiële aanklacht was en waaruit het daadwerkelijke stalkgedrag bestond. Ten slotte werd er ook genoteerd welke behandeladviezen er werden gegeven.

Op dit moment bevindt het onderzoek zich in de afrondende fase van de dataverzameling en worden recidivegegevens opgevraagd. Binnenkort zullen de eerste analyses gedaan worden en zal er een begin worden gemaakt met het schrijven van de eerste onderzoeksresultaten. De onderzoeksresultaten zullen gepubliceerd worden en worden gepresenteerd op congressen waarbij de beschrijving van de groep stalkers die in behandeling zijn (geweest) de rode draad zal zijn. Tevens zal met de kennis die voortkomt uit het onderzoek een ambulant behandelprogramma voor stalkers worden ontwikkeld.

Voor meer informatie: neem contact op met Lianne Harder (lharder@dfzs.nl).